Hoe ik 30 dagen in een bus leefde
Deze blog is op 17 december 2024 gepubliceerd als een artikel op LinkedIn. Bekijk hier het originele artikel.
Twee jaar geleden kreeg ik het idee om ooit in een camperbus op pad te gaan. Ik wilde leven als een zogeheten digital nomad terwijl ik aan mijn onderneming kon blijven werken. Fast forward naar dertig dagen geleden, toen ik in mijn groene Volkswagen genaamd Wilson stapte en richting het zuiden reed. Weg van het Nederlandse weer en de stadsdrukte, zocht ik de zon en de vrijheid op. Dit is wat ik leerde tijdens mijn reis.
Op pad
De vrijheid van de open weg, het idee dat je overal kunt stoppen en wonen – het klinkt romantisch. Laat ik eerlijk zijn: het is lang niet altijd zoals wat je op de ‘gram ziet. De realiteit is vaak een stukje minder magisch.
Tijdens mijn eerste dagen onderweg ontdekte ik hoe intensief het busleven kan zijn. Als je niet aan het rijden bent, ben je alsnog constant bezig met de praktische zaken: waar parkeer je de bus, waar slaap je, waar doe je boodschappen en, niet onbelangrijk, waar doe je je behoeftes (nummers 1 én 2) en waar neem je een douche? Wilson is geen luxe camper; hij biedt precies genoeg ruimte om te slapen en te werken. Alles eromheen moest ik zelf regelen. Het moest ten slotte een avontuur blijven.
Het leven op de weg heeft natuurlijk ook zijn charme. Het kunnen gaan en staan waar je wilt, steden en natuur afwisselen, drukte of rust op kunnen zoeken – het is heerlijk. Zo was ik in Salamanca toen ik zag hoe het Nederlandse Davis Cup team de finale haalde en het op zou nemen tegen Jannik Sinner. Op zo’n moment hoef je niet twee keer na te denken wat je doet. Ik stapte de bus in, racete naar Málaga en zag een dag later met mijn eigen ogen waarom Sinner ook alweer de huidige nummer 1 van de wereld is.
Zo ben je onder de mensen, en zo ben je weer in je up. En dat viel me soms zwaarder dan verwacht.
Me time
Ik weet niet hoe het voor jou is, maar ik ben nog nooit zo lang in mijn eentje op pad geweest. Alleen overgelaten aan je gedachten kom je in een soort dagenlange introspectie, waardoor behoorlijk wat dingen op hun plek vallen. Na het verliezen van mijn vader twee maanden geleden, besef ik me steeds beter wat ik belangrijk vind in dit korte leven. Alleen zijn, ver weg van de afleiding van het dagelijkse leven, gaf me de ruimte om hierover na te denken.
Ik denk dat reizen, zoals het cliché gaat, je altijd dichter bij jezelf brengt. Soms is dat confronterend, maar je kunt nooit vroeg genoeg beginnen met eerlijk tegen jezelf te zijn.
Na dertig dagen onderweg kijk ik terug op een reis die vooral als spiegel heeft gediend. Het heeft me geleerd dat vrijheid niet gaat over waar je bent of naartoe gaat, maar over hoe je leeft in dat moment. Het gaat over keuzes maken die in lijn zijn met wat je belangrijk vindt. In lijn met je kernwaarden, waar je voor staat en waar je energie van krijgt. Je ikigai, noemen sommigen het. Ik noem het 100% jezelf zijn.
30 dagen verder
Ik schrijf dit vanaf het vliegveld van Lissabon, waar ik straks op het vliegtuig terug richting Amsterdam stap. Hoewel ik ontzettend veel zin heb om mijn vriendin, familie en vrienden weer te zien, wil ik ook een moment nemen om er bewust van te zijn hoeveel deze me time me heeft opgebracht. Misschien, is het zelfs wel meer dan dat ik nu besef.
Mocht je ooit nadenken over in je eentje op pad te gaan in een bus, dan wens ik je alle plezier en wijsheid van de wereld toe. Ik kan het iedereen aanraden, maar wel met de disclaimer dat je er klaar voor moet zijn jezelf tegen te komen.
Maar waarom zou dat je tegenhouden?
P.S.: Ik heb begrepen dat de meeste mensen een beetje de kriebels krijgen van de term digital nomad. Ik zal het in dat geval voortaan wel eReiziger noemen. Dat zal vast minder cringe klinken.